1134 19 DECEMBER 1929. De VOORZI TTER merkt op, dat er eenige categorieën van personen zijn, die op het slachthuis komen, o.a. de sla gers, de eigenaars van slachtvee en de personen, die daartoe vergunning krijgen. Anderen behoeven er niet te komen. 'Hebben bepaalde personen niettemin belang bij een bezoek aan het slachthuis, dan kunnen zij zich tot den directeur wen den. BelangelQozen behoeven in elk geval niet te worden toe gelaten De heer HAARMAN memoreert het door den heer Cohen gesprokene. Als toegangskaarten worden verstrekt en men dan beschouwd wordt gebruiker van het slachthuis te zijn, 'dan heeft hij met de bepaling vrede. Niettemin blijft Spr. er bij, dat de bepaling ook in bemoeilijkenden zin kan worden uitgelegd en hij heeft slechts een waarschuwende stem willen doen hooren, voor het geval, dat zich die moeilijkheden later voordoen. Artikel 12 wordt daarop ongewijzigd goedge keurd en vastgesteld. De heer HAARMAN verzoekt aanteekening in de notulen, dat hij daartegen is. Artikelen 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22 en 23 worden zonder eenige bedenking goedge keurd en vastgesteld. Artikel 24. De VOORZI TTER deelt mede, dat hierop een amendement is ingediend door den heer Van de Ven, om de laatste zinsnede te lezen „Andere dan vleeschwaren mogen alleen met toestemming van den directeur in de koelruimte worden gebrachtde wijze van bewaring moet door hem worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1134