1144 19 DECEMBER 1929. „Ons gemeentebestuur ziet zich nu voor de overweging geplaatst, of onder deze omstandigheden het belang der ge beente zich niet verzet tegen een voortzetting van de samen- werking ten deze met overige buitengemeenten. „De werkzaamheden, in Etten en Leur te verrichten, zijn ,niet vele, zoodat bij afscheiding van deze gemeente alleen ,geen personeel of vervoermateriaal aan den Keuringsdienst ,kan worden onttrokken. De inkomsten van den dienst uit die gemeente bedragen rond f 4000, - 'sjaars, die in de toe komst dus zullen moeten worden gederfd. Nu ligt de ge beente Etten en Leur op de route naar Rijsbergen en Zun- ,dert. Door de afscheiding van eerstgenoemde wordt deze route voor den dienst te nadeelig er moeten voor de twee gemeenten te groote afstanden worden afgelegd en te veel ,tijd van het personeel wordt in beslag genomen. „In dit licht verdient tevens overweging de vraag, of het ,niet wenschelijk is, ook de samenwerking met de gemeenten ,Terheijden en Chaam te verbreken. De kring Breda wordt ,dan beperkt tot Breda, Ginneken, Teteringen en Princen- ,hage uit de eerste drie gemeenten slachten alle, uit de laatstgenoemde vele slagers op het openbaar slachthuis. Aldus zal er nagenoeg geen apart vervoermateriaal voor ,het personeel bij het slachthuis behoeven te worden gehou- ,den, terwijl met minder personeel zal kunnen worden vol staan. „Worden de contracten met Zundert, Rijsbergen, Chaam en ,Terheijden opgezegd, dan zou na drie jaar minder aan in komsten worden ontvangen (medegerekend die uit Etten en ,Leur) rond f 8500, waartegenover een salarisbesparing ,van rond f 4000, en een besparing op vervoerkosten van ,rond f 3000, - mag worden gesteld. Het nadeelig verschil ,zou in dit geval slechts f 1500,bedragen. „Het zal duidelijk zijn, dat deze opzeggingen in principe zullen geschieden om ons de handen vrij te maken. Worden ,de contracten niet vóór 1 Januari e.k. verbroken, dan is Breda de eerste acht jaren op de bestaande voorwaarden aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1144