1146 19 DECEMBER 1929. dienst kan, na opzegging, op bescheidener voet worden inge richt. Het ideaal zou zijn zich te beperken tot de gemeenten Breda, Ginneken, Princenhage en Teteringen. Deze opzegging geschiedt echter om er schoon voor te staan. Komt Etten terug, dan kan onder vereischte waarborgen op denzelfden voet worden doorgegaan. In het andere geval wordt de vrij heid voorbehouden om een nieuw contract te maken. De heer KU IJLAARS beschouwt deze opzegging voor Breda als een veiligheidsmaatregel. Spr.'s standpunt is, dat in het algemeen belang de keuringskring niet te klein moet Worden genomen. Zooals deze op het oogenblik is, functio neert hij goed. Spr. is er daarom voor, dat de Raad te bevoeg- der plaatse zijn wensch uitspreekt, om de gemeente Etten en Leur, ingevolge de bepalingen van de Vleeschkeuringswet te dwingen, zich bij den keuringskring Breda aan te sluiten. De heer MF.IJVIS heeft de navolgende grieven der gemeen te Etten en Leur vernomen le. nog nimmer is er een jaarverslag van den dienst ver schenen 2e. er wordt nooit een vergadering gehouden met de con- tracteerende gemeenten 3e. zijn er noodslachtingen in de buitengemeenten te ver richten, vooral op Zondag, dan wordt veelal zoo laat gekeurd, dat het beest bedorven is 4e. treedt men coulanter en soepeler tegen de gemeente Etten en Leur op, dan kan men haar terugkomst voor ver zekerd houden. De heer HAALMAN wil in eik geval uit het voorstel lichten de voorwaarde, dat, indien Etten en Leur alsnog toetreedt, het contract op de bestaande voorwaarden zai worden voort gezet. Spr. wil het contract opzeggen zonder meer. Hij ziet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1146