19 DECEMBER 1929. 1161 zal moeten worden uitgevoerd, willen wij de Bredasche arbei dersklasse verlossen uit de woningellende en de gevolgen, die daaruit voortvloeien. Dat het particulier initiatief dit vraagstuk niet zal oplossen is nu we! voldoende gebleken. Dat bouwt geen enkele arbei derswoning, alleen huizen voor de beter gesitueerden. Dat zorgt voor de tot standkoming van mooie moderne villawijken als van den heer I< o r t e w e g. Zij hebben daarbij den vollen steun en de liefde van Burgemeester en Wethouders. Ter wille van deze bewoners werden de huizen van den heer Segeren aan de Loopschans aangekocht om te worden afgebroken. Zij hebben maar te kikken en er komt een brug over den Wil- helminasingel. Hier was de gemeente dus bereid om financieele offers te brengen. Met den arbeiderswoningbouw is dat anders, daar moet de rekening niet alleen sluitend worden gemaakt, maar er wordt nog een flinke winst gemaakt met de exploitatie dier wonin gen. Het verslag over 1928 zegt ons, dat er over dat jaar met deze woningen een winst is gemaakt van zeventien duizend gulden. Op deze wijze treedt de gemeente op als huisjesmelk ster en weet uit de woningellende nog een slaatje te slaan. Dat de huren der woningen dan ook, niet moeten worden verlaagd, ontkennen wij ten sterkste. Wij zouden er geen be zwaar tegen maken, dat de gemeente financieele offers bracht. Ons voorstel, in een der vorige vergaderingen gedaan, om de huren der 70 woningen lager te stellen is verworpen. Wij be houden ons echter het recht voor, opnieuw met voorstellen tot huurverlaging van verschillende complexen van huizen te komen. Opnieuw voorstellen te doen tot het bouwen van ar beiderswoningen lijkt ons vruchteloos, daar bij voorbaat vast staat, dat de raadsmeerderheid liever ziet, dat er zeer weinig woningen door de gemeente worden gebouwd dan voor een voorstel om tot forscher bouw over te gaan, wanneer dat voorstel door ons Sociaal-Democraten wordt gedaan. Willen deze heeren in deze houding volharden, dat is hun zaak, wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1161