19 DECEMBER 1929.
„woningvraagstuk en wat zij bij voorkeur als een der eerste
„en voornaamste doeleinden onzer katholieke Arbeidersbewe
ging naar voren brengen, n.l. de algeheele geestelijke en
„eu'tureele verheffing van den arbeidersstand.
„Wij willen immers door en vanuit den arbeidersstand doen
„uitgaan een krachtigen drang tot volledige beleving van het
„Christendom in de samenleving het arbeidersleven mooier
„en voller maken, door hen deel te doen hebben ook aan den
„geestelijken rijkdom; wij willen,' zooals dr. Ariëns het
„indertijd uitdrukte, als arbeiders omhoog naar de aristocratie
„van den geest.
„Ook als arbeiders wenschen we te kunnen gevoelen voor
„het schoons, dat er in kunst en literatuur te genieten, valt.
„Noem dit alles en stel u het arbeidersgezin, het bij ons ge
lukkig nog altijd kinderrijke gezin voor in de krot of over
bevolkte woning en ge hebt het antwoord op de vraag, of
„er verband is tusschen de woningvraag en het voornaamste
„doel onzer katholieke arbeidersbeweging."
Aldus de heer N ij k a m p.
Verder zegt hij „De productie van arbeiderswoningen
„werd geheel beheerscht door de vraag, of de bouw en de
„exploitatie dier woningen winstgevend zou zijn.
„Aan de vraag in hoeverre er behoefte was aan die
„woningen werd geen aandacht geschonken.
„Gevolg hiervan was, dat de aanbouw van arbeiderswonin-
„gen, die nu eenmaal geen groote winstmogelijkheid boden,
„zoowel wat getal als inrichting en constructie betreft, totaal
„onvoldoende was.
„Het particulier bedrijf bleek niet in staat te voorzien in de
„volledige en meest doelmatige bevrediging der woningbe
hoefte voor de arbeiders.
„Met als gevolg, ook nog in den lateren tijd, woningtoestan
den als ze indertijd ten aanzien van Maastricht aan de kaak
„gesteld zijn door den Limburgschen woninghervormer Mgr.
„dr. Poels, in zijne bekende en opzienbarende rede „De
„Noodkist van St. Servaas".
