1170
19 DECEMBER 1929.
ten gaan spelen op terreinen, welke buiten de gemeente ge
legen zijn, o.a. te Oosterhout, Teteringen, Ginneken enz.
Daarbij komt, dat het aantal sportvereenigingen te Breda van
jaar tot jaar toeneemt. Burgemeester en Wethouders nu ver
wijzen weer naar het uitbreidingsplan en de daarin opgeno
men sportparken dit werd echter verleden jaar ook reeds
gedaan en sedertdien is men nog niets verder gekomen. In
dit verband wijst Spr. erop, dat de gemeente in moeilijkheden
verkeert, omdat zij geen behoorlijke stortplaats heeft. Als de
toekomstige sportterreinen tijdig als stortplaats waren aange
wezen, waren ze nu gratis opgehoogd geweest. Nu zal het
geld gaan kosten. Spr. stelt derhalve voor, thans spoedig een
begin te maken met den aanleg en de voltooiing van een goed
sportpark.
Het verheugt hem, dat het oprichten van een bad- en
zweminrichting de aandacht van Burgemeester en Wethouders
heeft, doch hierbij schijnt bij hen weer de voorkeur voor het
particulier initiatief naar voren te komen. Spr. en de zijnen
staan echter op het standpunt, waar hier op dit gebied schier
alles nog ontbreekt, dat het een gemeentelijke inrichting be
hoort te worden. De zaak is van te groot belang om haar aan
particulieren over te laten. Alen make dan ook spoed, opdat
bedoelde inrichting van gemeentewege tot stand kome.
Spr. is verder van meening, dat de gemeente met een beetje
goeden wil en een uitgaaf van een honderd gulden best pen
ijsbaan kan aanleggen. De laag gelegen weilanden in den Bel-
crumpolder staan in den winter geregeld onder water. Door
tniddel van de daar aanwezige sluis en het plaatsen van een
pomp zou het water op de gewenschte hoogte kunnen wor
den gehouden.
Hij geeft Burgemeester en Wethouders in overweging, dit
eens te onderzoeken er kan hier in deze ongetwijfeld met
weinig moeite en kosten iets bereikt worden.
De heer VAN DE VEN zegt, geen behoefte te hebben tot
het houden van algemeene beschouwingen. Het gaat goed,