1174 19 DECEMBER 1929. die met den betrokken wethouder den financieelen toestand onder het oog ziet en nagaat, hoe deze na 1930 moet worden opgelost. Komende tot het grondbedrijf merkt Spr. op, dat reeds het vorig jaar de instelling daarvan werd toegezegd. Hetzelfde werd togezegd met betrekking tot het overleggen van een accountantsrapport betreffende de exploitatie van den Bel- crumpolder. Geen van beide toezeggingen zijn ingelost cn Spr. vreest dat ook in het jaar 1930 dit niet het geval zal.zijn. Toezeggingen van Burgemeester en Wethouders helpen hier niet. Toch wil Spr. vragen, of het werkelijk waar is, dat bin nenkort den Raad een voorstel tot instelling van een grond bedrijf zal bereiken. Tegelijkertijd kan dan een woningbedrijf in het leven worden geroepen. Grond- en Woningbedrijf kun nen best samengaan. Evenals de heer G r u ij s kan ook Spr. den bouw van ar beiderswoningen niet bewonderen. Terecht is er op gewezen, dat de heer R i p p e n eerst een voorstel deed om 300 arbei derswoningen te bouwen en dat daarna eerst door Burge meester en Wethouders stappen in die richting zijn gedaan. Nu heeft de heer Van de Ven wel gezegd, dat de heer Rip pen daarvoor het juiste tijdstip niet gekozen heeft, maar dat is gemakkelijk. Dat komt dus hierop neer, dat de linksche fractie niets kan, al is het ook nog zoo hard noodig de R. K. fractie zal het tijdstip bepalen waarop het noodig is. Daarom werd ook het voorstel-R i p p e n afgewezen. Er zijn woningen gekomen en er zullen er waarschijnlijk nog gebouwd worden, maar vooraleer het zoo ver is, zal de rug van den heer Van M i e r 1 o rood zien van de slagen van den heer R i p p e n. Voor de gasprijsverlaging en het invoeren van een vast rechttarief voor electriciteit, welke door niet-bevriende zijde van het College werden voorgesteld, was het geschikte oogen- blik ook niet aangebroken. De verkeersstagnatie naar den Belcrumpolder overwegende, merkt Spr. op, dat gevraagd is om voetbruggen tè leggen. Burgemeester en Wethouders hebben hierop een onbevredi-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1174