1186 19 DECEMBER 1929. De heer GRUIJS zegt wel te weten, dat de heer Van de Ven een geheel andere levensbeschouwing is toegedaan dan hij, maar dat behoeft toch nog geen reden te zijn om plannen, welke van socialistische zijde komen en waarin iets goeds zit hetgeen blijkt uit het feit, dat zij later dooi* Burgemeester en Wethouders worden overgenomen - den hals om te 1 draaien. Toen Spr.'s partijgenoot Rip pen het bewuste plan voor den bouw van 300 arbeiderswoningen indiende, was daarvoor genoeg grond in den Belcrumpolder beschikbaar. Nu zullen er weliswaar woningen van lage huurwaarde aan den Haagweg komen, maar de heer Van de Ven heeft er zeer terecht op aangedrongen, toch ook de destijds in uitzicht gestelde arbeiderswoningen in den Belcrumpolder te bouwen, want men zal toch moeten toegeven, dat er van dié soort nog te weinig zijn. Het minste, dat Burgemeester en Wethouders zouden kunnen doen, zou dan ook zijn bovendien de toezegging te geven, dat zij spoeiig met dat plan zullen komen. Zoolarg die woningen in den Belcrumpolder er nog niet zijn, kunnen Burgemeester en Wethouders niet met recht zeggen, dat zij het bewuste plan van de 300 woningen in werkelijkheid heb ben omgezet. Vervolgens zegt Spr., dat hem is verweten enkele scherpe woorden als „laatdunkend" en „machtsmisbruik" te hebben gebezigd. De kwalificatie „laatdunkend" is inderdaad door hem gebruikt, maar niet ten opzichte van het antwoord op de vraag in zake de „arbeidsreserve", doch ten aanzien van het antwoord op het verzoek tot instelling van een semi-gemeen- telijk bouwbedrijf, omdat daarin dit denkbeeld wordt verwor pen zonder eenig argument daarvoor aan te voeren. Spr. heeft met genoegen van Wethouder Van Mierlo vernomen, dat de winst, door de gemeente op de arbeiders woningen gemaakt, niet zoo groot is als zij wel lijkt. De toe lichtingen van den heer Van Mierlo waardeert Spr.wan neer men elkaar beter begreep, zou door samenwerking tus- schen de groepen in den Raad veel meer in het belang van de gemeente tot stand kunnen worden gebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1186