19 DECEMBER 1929. 1193 „voor uitgetrokkenen, alsmede aan nog niet-rechthebbenden „en aan uit de werkloozenkas-trekkenden met een maximum- „inkomen van f 20,— per week, bestaande uit een bedrag van „f 5, - voor gehuwden en kostwinners en f 2, - voor kost gangers". Spr. hoopt dat Burgemeester en Wethouders over dit voor stel een gunstig prae-advies zullen uitbrengen. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders zullen trachten dezer dagen prae-advies daarover uit te brengen. De heer HAARMAN merkt op, dat het geen bewijs van kracht van den heer Van M i e r 1 o is, dat hij op de meeste punten, welke naar voren gebracht zijn, niet wil ingaan. Diens toezegging, dat het exploitatie-rapport betreffende den Bel- crumpolder spoedig aan denRaad zal worden overgelegd, hoopt Spr. nu eindelijk bewaarheid te zien; hij vreest even wel, id at het in 1930 weer niet bijgewerkt zal blijken te zijn De heer Van Buitenen heeft opgemerkt, dat men als minderheid in den Raad niet de leiding kan hebben. De min derheid zou dat ook niet wenschen - zij krijgt daarvoor trouwens ook geen kans maar zij zou van de zijde van het College gaarne meer waardeering willen zien voor haar voor stellen. Weliswaar kenschetst de heer Van Buitenen die voorstellen als losse gedachten, welke zonder meer in den Raad worden geworpen, maar het is al meermalen voorge komen, dat het College na enkele maanden zelf met die voor stellen kwam aandragen; het blijken dus toch zulke losse ge dachten niet te zijn Volgens Wethouder Van Buitenen zit de minderheid maar voor spek en boonen in den Raad.; zij zou eigenlijk niets mogen doen dan maar afwachten de dingen, die komen zullen. Spr. zal zich echter niet laten weer houden, de voorstellen te doen, welke hij in het belang van de gemeente noodig oordeelt, en zal zelf daarvoor het tijdstip

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1193