19 DECEMBER 1929.
1197
wegovergangen naar den Belcrumpolder een voetbrug te ma
ken. Spr. licht toe aan de hand van een schrijven van de
Nederlandsche Spoorwegen, dat in de naaste toekomst een
verbetering bij de spoorwegovergangen te verwachten is.
De heer VAN BUITENEN verklaart, naar aanleiding van
de beweringen van den heer Van Veen, nogmaals met na
druk, dat Breda niet aan grondspeculatie doet.
Spr. heeft niet gezegd, dat de heer R i p p e n c.s. met de
communisten op één lijn zijn te stellen en dat zij alleen maar
critiek kunnen uitoefenen. Hij heeft gezegd, dat in andere
gemeenten, waar partijgenooten van den heer R i p p e n c.s.
aan het bewind zijn en tegenover een oppositie van commu
nisten staan, zij ook slechts geleidelijk aan de vele wensche-
lijkheden kunnen voldoen. Dat geldt bij elke verhouding van
meerderheid, die dus m verantwoording draagt, tot de
minder verantwoordelijkheid dragende oppositie en is geheel
iets anders dan de S. D. A. P. fractie op één lijn stellen met
communisten.
Spr. blijft er bij, dat de kwestie van de vergoeding der
taxi-chauffeurs niet van principiëelen aard is. Tot nu toe werd
ze beschouwd als een der vergunningsvoorwaarden; men
kan ze ook als een heffing van rechten beschouwen en dan
behoort een verordening door den Raad te worden vastge
steld. Blijkt dat noodig, dan zal het gebeuren. Zoo staat voor
Spr. deze zaak.
De heer HAALMANBurgemeester en Wethouders mogen
geen overeenkomsten sluiten, zonder den Raad er in te
kennen.
De heer VAN BUITENEN herhaalt, dat, indien noodig,
Burgemeester en Wethouders nog met een voorstel van die
strekking bij den Raad zullen komen.
De heer M e ij v i s kan niet ontkennen, dat de rechtspositie