1198 19 DECEMBER 1929. der losse werklieden voor een groot deel in het Werklieden reglement geregeld is. Den heer Haaiman antwoordt Spr., dat een tot 1930 bijgewerkte exploitatie-rekening van den Belcrumpolder niet kan worden verstrekt; dit kan eerst gebeuren nadat de ge meente-rekening over 1929 is afgesloten. Den Raad zal even wel binnenkort een tot 1929 bijgewerkte exploitatie-rekening worden overgelegd. De heer Haal m a n wil meer waardeering voor de serieus bedoelde voorstellen der oppositie-partijen. Men moet dan echter niet op een bepaald moment stemming over een voor stel wenschen, zooals de heer Haaiman bij de vorige be- grootingsbehandeling van het gasbedrijf deed. Dezerzijds was toen met cijfers aangetoond, dat, bijna zeker, na eenige maanden een maatregel als de voorgestelde kon worden ver wacht. Het krijgt dan zeer sterk den schijn, dat men de zaak slechts op eigen naam wil hebben, en dan moet men er zich niet over verwonderen, dat het wordt verworpen. De bewering van den heer Haaiman, dat de rekening 1929, tengevolge van de vaststelling van den vermenigvuldi gingsfactor voor het belastingjaar 1929 -1930 op 0,8, een ba tig saldo zal opleveren, is niet juist. De Raad heeft immers al besloten, dat op den dienst 1929 slechts f 470.000, van de opbrengst over het belastingjaar 1929 -1930 zal worden verantwoord. De heer ESBACH wil even constateeren, dat de bewering van den heer M e ij v i s met betrekking tot het aannemen en ontslaan van personeel bij de Bedrijven blijkbaar op praatjes berust en dat op geen enkele wijze de waarheid ervan is ge bleken. De heer MEIJVIS houdt vol, dat het College zelf ook wel de gevallen weet, welke Spr. op het oog heeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1198