1202 19 DECEMBER 1929. Gezondheidscommissie. Den heer BRANTJES wil het voorkomen, dat deze kleine begrooting niet met den noodigen ernst is opgemaakt. Zoo is b.v. op artikel 1 - een post, waaruit sedert jaren niets wordt uitgegeven - toch weer f 150 uitgetrokken en is artikel 3, ondanks het feit, dat de porti zijn verlaagd, toch weer op het oude bedrag (f 25) gesteld. Spr. verzoekt Burgemeester en Wethouders, de Gezondheidscommissie daarop te wijzen. De VOORZITTER antwoordt, dat van de zijde van Bur gemeester en Wethouders geen poging daartoe zal worden gedaan. Bedoelde posten betreffen wisselvaTge zaken, waaruit geput moet kunnen worden als het noodig is; bovendien gaat het hierbij niet om belangrijke bedragen, die ten slotte rede lijke ramingen zijn. De heer BRANTJES vindt, dat, als een post vier jaren ach tereen niet gebruikt behoeft te worden, het dan tijd wordt om de begrooting eens te herzien. De begrooting van de Gezondheidscommissie wordt daarop zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. Geneeskundige Dienst. De heer COHEN merkt naar aanleiding van een desbetref fende mededecling in het jaarverslag van dezen dienst over 1928 op, dat de polikliniek en de cellen voor krankzinnigen niet voldoen aan redelijke eischen. Spr. vindt, dat het nu toch hoog tijd wordt, daarin verbetering te brengen. De heer VAN MIERLO erkent de juistheid van de opmer-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1202