20 DECEMBER 1929. 1213 eigen beheer de tewerkstelling van Bredasche arbeiders genoemd. Dit nu is niet juist; bij openbare aanbesteding kun nen ook Bredasche arbeiders te werk worden gesteld door in de bestekken een desbetreffende clausule op te nemen. Spr. houdt vol, dat, als een begrooting reëel is opgemaakt, het niet kan gebeuren, dat het werk aan een aannemer wordt gegund, die aan „opzetjes" heeft meegedaan. De heer Van Mierlo doet alsof Spr. hem persoonlijk heeft aangevallen. Dat is niet waar; Spr. heeft het alleen gehad over het beginsel van de wet; art. 142 nu betreft een uitzondering op den regel, 's Heeren Van M i e r 1 o 's ver gelijking van Spr.'s houding in deze met die in de autobus- en drukkers-kwestie slaat volgens hem als een tang op een varken. Den heer BROOS komt het voor, dat de gemeente bij, uit voering in eigen beheer veel vrijer staat; zij kan dan het per soneel aannemen, dat zij noodig acht. De heer GRUIJS verzoekt den Wethouder, die niet op de hoogte blijkt te zijn van het „alleenzaligmakend middel", daarnaar een onderzoek in te stellen. De heer VAN MIERLO zegt een onderzoek toe. De heer VAN VEEN wil thans enkele opmerkingen maken over eenige posten der begrooting „Onderhoudswerken". De heer HAALMAN komt daartegen op; de begrooting „Onderhoudswerken" is slechts als toelichting op eenige posten der gemeente-begrooting bedoeld's heeren Van Veen's opmerkingen komen dus daarbij beter tot haar recht. De VOORZITTER is het met den heer Haaiman eens; de heer Van Veen kan zijn opmerkingen straks bij de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1213