20 DECEMBER 1929.
1214
behandeling van het betrokken hoofdstuk der gemeentebe-
grooting maken.
De heer VAN VEEN verzet zich daartegen.
De VOORZITTER handhaaft zijn standpunt en sluit de
discussie over deze bij-begrooting.
Beplantingen.
De heer KUIJLAARS acht het hoogst gewenscht reeds nu
aan te vangen met de bestrijding van de rups van den bas
taard-satijnvlinder. Spr. zou gaarne zien, dat er thans opdracht
werd gegeven tot het uitroeien van de nesten dier rups; hij
vreest anders, dat de verwoesting, welke zij in de beplanting
van deze streek zal aanrichten, den omvang van een ramp
zal aannemen.
De heer MEIJVIS kan de woorden van den heer Ku ij
laars ten volle onderschrijven. Broeinesten van deze rups
bevinden zich in het houtgewas aan Vuciitstraat en Loop
schans. Spr. geeft dan ook in ernstige overweging, dat hout
gewas ten spoedigste op te ruimen.
Spr. heeft in het Centraal Rapport aangedrongen op het
plaatsen van meer siervogels in de vijvers der parken. Welis
waar is een eertijds genomen proef niet geslaagd, maar Spr.
meent, dat die met zwanen is genomen. Een zwaan nu is een
zwakke vogel; hij geeft derhalve in overweging, het nu eens
met een sterkere soort sier.vogel te probeeren, b.v. zooals
men in „Artis" aantreft.
De heer VAN VEEN brengt hulde aan den Directeur van
de Beplantingen voor diens beleid en zegt, vertrouwen te
stellen in hetgeen hij met de beplanting van de singels voor-