20 DECEMBER 1929. 1217 De heer BROOS zou het betreuren, als de boomen langs de singels bij massa's werden gerooid en men daar 's zomers in den brandenden zon zou moeten loopen. De heer ESBACH wijst er den heer Cerutti op, dat een rosarium, gedurende den zeer korten tijd, dat de rozen in bloei staan, heel mooi is, maar den overigen tijd van het jaar is het geen sieraad voor de omgeving. Een plan voor eenige verandering van het plantsoen op het Engelbert van Nassauplein is in studie. De heer Van Noort wil al de boomen langs de singels rooien. Spr. betwijfelt echter, of de heer Van Noort bevredigd zou zijn wanneer alle singels kaal waren. De be wering, dat men alleen op die manier een nieuwe, gelijkma tige beplanting zou verkrijgen, gaat niet op, want bijplaatsing van boomen van dezelfde grootte blijft altijd mogelijk. De heer Van Veen heeft gewezen op het gevaar van omwaaien van zieke iepen bij storm. Men moet een enkel geval echter niet te breed uitmeten; de zaak heeft onzel volle aandacht. De heer CERUTTI vindt een rosarium, al bloeit het dan niet het geheele jaar, toch een begeerenswaardig bezit. Het kweekt bij het publiek de liefde voor bloemen aan. De heer ESBACH wijst er op, dat het wel mooi is, als men een rozenperk toevallig eens in vollen bloei ziet; ook de naam werkt suggestief; in werkelijkheid meent Spr. dat aan rozen in vele gevallen geen voorkeur gegeven behoeft te worden boven andere bloemen. De begrooting van de Beplantingen wordt daarop zonder hoofdelijk stemming goedgekeurd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1217