'20 DECEMBER 1929 1225 De heer HAARMAN wijst er op, dat ook uit de toename van het geraamde winstcijfer blijkt, dat het tarief te hoog is. Bedoeld cijfer is namelijk voor 1930 f 27.000,hooger ge raamd dan het vorig jaar. Spr. verwacht, evenals de heer Van Houten, dat de geraamde winst ook dit jaar wel weer overschreden zal worden. Hij acht zich dan ook, hoewel eenigszins huiverig, daar het wel weer niet het juiste moment zal zijn, toch gerechtigd het vporstel van den heer Van Houten te steunen, te meer, daar de winst in elk geval toch nog hooger zal zijn dan het vorig jaar. De heer VAN VEEN pleit voor een z.i. noodzakelijke ver laging van het tarief voor klein-krachtverbruik. Dit tarief staat volgens Spr. niet in verhouding tot de andere tarieven. Verlaging zal tot meerder verbruik leiden. De heeren Haaiman en Van Houten veronderstel len, dat het voor 1930 geraamde winstcijfer zal worden over schreden; zij kunnen dat echter niet bewijzen. En waar de winst de sluitpost is voor andere posten, ziet Spr. zich ver plicht, zoolang de heer Van Houten niet heeft aange toond, dat de winst overschreden zal worden, diens voorstel te bestrijden. Den heer SCHRAUWEN komt het beter voor, met verdere tariefsverlaging te wachten tot de uitkomsten van het vast rechttarief bekend zijn. De heer VAN DEIR VEN verzoekt een gedeelte van den winst te bestemmen voor kabellegging in arbeiderswijken. De heer LOONEN kan zich volkomen aansluiten bij de meening van den heer Sc h rauwe n. Een reden te meer om thans nog niet tot verdere tariefsverlaging over te gaan, is gelegen in het feit, dat de nieuwe overeenkomst met de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1225