1226 20 DECEMBER 1929. P. N. E. M. de gemeente f 13.000,— per jaar meer zal kosten. De heer ESBACH deelt mede, dat het College nog geen gevestigde meening heeft in zake de radio-distributie. Wel meent het, dat, in geval men hier ter stede daartoe zou over gaan, aan gemeentelijke distributie waarschijnlijk de voorkeur zou kunnen worden gegeven, maar een definitieve beslissing is in deze nog niet genomen; eerst zal moeten vaststaan': le dat daaraan voldoende behoefte bestaat en 2e dat een zoodanige distributie rendabel zal zijn. Van het eerste is het College nog niets gebleken en wat het tweede betreft: er. zijn, voor zoover hem bekend, slechts twee gemeenten, waar een gemeentelijke radio-distributie is, namelijk 's-Hertogenbosch en Arnhem; men heeft dus nog niet veel ervaring op dit gebied. Dit neemt evenwel niet weg, dat, als het noodig blijkt, Burgemeester en Wethouders aandacht aan de zaak zullen besteden. De heer Van Veen schrijft de regelmatige toename van het aantal afnemers aan de verlaging van den electriciteitsprijs toe. Spr. geeft dit toe, maar men moet ook wel bedenken, dat een plotselinge belangrijke verlaging van dien prijs niet in verhouding tot de toename van het verbruik staat; tariefs verlaging moet daarom langs lijnen van geleidelijkheid gaan. De heeren Haaiman en Van Houten verwachten, dat het geraamde winstcijfer ook in 1930 wel weer overschre den zal worden. Met den heer Van Veen zegt Spr., dat zij dan de oorzaak daarvan moeten aantoonen; op een bloote veronderstelling kunnen we de begrooting bezwaarlijk wij zigen. Spr. onderschrijft de meening van den heer Schrauwen, dat verlaging van den electriciteitsprijs op dit oogenblik on tijdig zou zijn en men eerst de uitkomsten van de tariefsver- lagingen, die met 1 Januari 1930 ingaan, behoort af te wach ten. Deze verlagingen zijn nog niet in deze begrooting ver werkt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1226