20 DECEMBER 1929.
1231
De heer ESBACH zegt, dat Burgemeester en Wethouders
niet ongenegen zijn eens een steekproef te nemen, wanneer
dit noodig mocht blijken.
Spr. gelooft evenwel, dat de behoefte daaraan niet zoo
groot is en het bestaande systeem den verbruiker voldoende
waarborgen geeft. Wanneer iemand twijfelt aan de juistheid
der meteraanwijzingen, dan kan hij de meter bij het G. E. B.
laten herijken en zich daarbij door een deskundige laten ver
tegenwoordigen.
De ijk der gasmeters is in de IJkwet geregeld en volgens
die wet heeft iedere verbruiker het recht zijn meter te laten
herijken op kosten van ongelijk. Zoo ook zijn Burgemeester
en Wethouders niet ongenegen in dergelijke gevallen de elec-
triciteitsmeters op kosten van ongelijk te laten herijken bij
een particulier bureau. Overigens merkt Spr. op, dat het O.
E. B. goed geoutilleerd is en beschikt over bekwaam perso
neel, dat er geen voordeel van heeft als de meters mis wij zen.
Ten slotte wijst Spr. op het bezwaar dat verbonden is aan
ijking buiten de stad, daar de meter bij vervoer aan, schokken
en stooten onderhevig kan zijn en men dan nooit volkomen
zekerheid heeft van juiste aanwijzing.
De heer VAN VEEN heeft niet gezegd, dat het herijken
per sé elders moet gebeuren. Het gaat evenwel niet aan te
vertrouwen op de enkele personen, die bij het Electriciteits-
bedrijf met het ijken der meters belast zijn. Spr. zou daarom
willen, dat de gemeente de electriciteitsverbruikers omtrent
de accuratesse van het personeel liet overtuigen door het
doen nemen van steekproeven door een particulier ijkbureau.
De heer ESBACH zegt, dat Burgemeester en Wethouders
den verbruikers hetzelfde recht willen geven als de gasver-
bruikers door de IJkwet hebben verkregen, n.l. van herijk op
kosten van ongelijk, hetzij in bijzijn van een deskundige aan
het G. E. B., hetzij door een particulier bureau. Spr. weet
echter niet, of zoo'n particulier ijkbureau bereid is iemand