1236 20 DECEMBER 1929. Toch geef ik toe, dat er bij het huidige vastrechttarief fac toren zijn, die niet bevredigen. Iemand, die lang conservatief is geweest ten aanzien van gasverwarming, zal daarvan meer kunnen profiteeren dan iemand, die vóór de invoering ervan reeds gaskachels en fornuizen had aangeschaft. Daarom is er een aanvullend tarief in studie, dat in deze gevallen op meer bevredigende wijze kan voorzien. De heer ZIJLMANS vindt het antwoord van den Wethou der op zijn vraag zeer vaag. Waarom hebben de besprekingen met de Staatsmijnen tot niets geleid Andere gemeenten hebben op dit gebied wèl resultaten bereikt. Waarom nu juist Breda niet Spr. zou gaarne vernemen hoever men bij die besprekingen gekomen is. Den heer Sc h rauw en antwoordt Spr., dat men den meest economischen weg moet volgen, ook al is men in het bezit van een pas omgebouwde, dure gasfabriek. De heer VAN VEEN zou gaarne willen weten voor welk bedrag per M3. men gas uit de Staatsmijnen kan betrekken. De VOORZITTER zegt, dat de correspondentie, tusschen het Gemeentebestuur en de Staatsmijnen gevoerd, niet tot een resultaat heeft geleid. Burgemeester en Wethouders stel len zich op het standpunt, dat, als de Gasfabriek uitbreiding behoeft, de zaak nader onder de oogen zal worden gezien. Wij hebben dus nog den tijd. De heer ZIJLMANS verklaart niets te hebben aan dat antwoord. De heer VAN VEEN acht de kwestie van veel te groot belang dan dat men haar op de lange baan zou schuiven. Door langer te wachten kan de gemeente en kunnen de ge meentenaren voor honderdduizenden benadeeld worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1236