1240
20 DECEMBER 1929.
heer K u ij 1 a a r s. Instellingen, zooals de Veemarkt, geven
aantrekkelijkheid aan Breda en komen den middenstand ten
goede.
De heer ELICH deelt volkomen de zienswijze van de
heeren K u ij 1 a a r s en Loonen. Spr. verwacht, dat de
Veemarkt na de opening van het abattoir in bloei zal toene
men. Spr. zou het voor den middenstand ten zeerste betreu
ren, als de Veemarkt werd opgeheven.
De VOORZITTER zegt, dat hij na de uitstekende verde
diging van den heer Ku ij laars c.s. niet veel meer behoeft
te zeggen. De Veemarkt moet zich geleidelijk ontwikkelen.
Wanneer wij eens zien naar andere plaatsen in de buurt, die
met een veemarkt zijn begonnen, dan staat Breda er goed
voor. De Veemarktcommissie, welke uit deskundigen bestaat,
is van oordeel, dat men zich over de Veemarkt niet ongerust
behoeft te maken; nog onlangs heeft zij Spr. verzekerd: ,,De
Veemarkt is er". Daarbij komt, dat de opening van het Slacht
huis en de voortdurende ontwikkeling van den Belcrunrpolder
den groei van de markt zullen bevorderen.
De ervaring in het afgeloopen jaar opgedaan, heeft geleerd,
dat men de reclame voor de Veemarkt niet moet gaan vermin
deren. Het ligt daarom in de bedoeling, in 1930 de Paasch-
veetentoonstelling wederom grooter op te zetten, zooals twee
jaar geleden.
De heer HAALMAN is het met den heer Ku ij la ars eens,
dat elk goed zakenman reclame maakt, maar Spr. zou weieens
de zakenman willen zien, die, om f 2700,te ontvangen,
f 2500,voor reclame-doeleinden uitgeeft; ook aan reclame
maken is een grens. Op welk een dure wijze er hier reclame
wordt gemaakt, blijkt wel uit het feit, dat een keurmeester,
belast met het keuren binnen de gemeente, een dag naar
jWijchen wordt gezonden om daar reclame-biljetten voor de