18 JANUARI 1929. 123 verzorging of behoefte van materieelen of lichamelijken (en zoo noodig moreelen) aard niet zelf verschaffen kan. Het kan niet worden ontkend, dat er door de Overheid, in deze de Gemeente, nog veel gedaan moet worden om de on- en min-vermogenden niet alleen indien zij ziek zijn te helpen wat nu reeds in zekere mate gebeurt door den Gemeen telijken Geneeskundigen Dienst doch ook er voor te zorgen, dat b.v. de kinderen der arbeiders gezond naar lichaam en geest zijn. Het is een maatschappelijk belang en het kan niet ontkent worden, dat het openstellen van vacantieverblijven, onafhankelijk van het gezinsinkomen, in zeer sterke mate zou bijdragen tot het kweeken van een gezond ras. De gemeente kan dat zelf doen en zij kan het doen door het verleenen van een subsidie, in die mate, dat er door een ieder gebruik van gemaakt kan worden. Er zou nog veel te doen zijn voor een dienst voor Maatschap pelijk Hulpbetoon. Ik weet niet, of het Burgerlijk Armbestuur zich daarvoor leent, maar ik denk daarbij b.v. aan de menschen, die in noodwoningen en andere krotten wonen Zij zullen daaruit gehaald moeten worden en de Gemeente' zal zich hun lot moeten aantrekkenhet is haar moreele plicht. Er zullen woningen gebouwd moeten worden en als die menschen niet geholpen worden, wat komt er dan van hen terecht? Den eersten tijd zal er misschien verwaarloozing wezen, doch langzamerhand verandert zulks, mede door de omgeving, waarin zij verkeeren, en dan zal de woning beter verzorgd worden. Maar het is niet voldoende om een gezin uit een krotwoning te halen en over te plaatsen naar een betere; de Gemeente zal zoo noodig moeten helpen bij het aanschaffen van benoodigdheden, waaraan in een krot geen behoefte bestond; ik denk hierbij b.v. aan het aanschaffen van een goed bed en meer van dergelijke artikelen, want wat krijgt men, als die menschen op de dezelfde lompen moeten blijven slapen als voorheen, dan is het in plaats van een verbetering, een kwelling. De gemeente kan dat doen, door, indien het gezinsinkomen het eenigszins toelaat,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 123