20 DECEMBER 1929. 1245 De heer MEIJVIS steunt den heer Haaiman in zijn wensch naar stenografische raadsverslagen. De huidige toe stand is reeds sinds jaren onbevredigend. De heer VAN VEEN is het in beginsel met den heer Haaiman eens. Door middel van een stenografisch raads- verslag treedt datgene, wat in den Raad gezegd wordt, beter naar buiten. De VOORZITTER antwoordt, dat de heer Haaiman twee zaken ter sprake gebracht heeft, le een stenografisch raadsverslag, 2e een gedrukt Gemeenteblad, om een beter overzicht over en het behoud van aangeboden stukken te verkrijgen. Ter zake van het stenografisch verslag is door den heer Van Veen opgemerkt, dal dit de belangstelling der ge meentenaren in het i den Raad gesprokene zal verhoogen. Spr. betwijfelt, of zulk een verslag daartoe een goed middel is. De pers, die één dag na de zitting een gecomprimeerd ver slag opneemt, is veel beter in staat, die belangstelling te kweeken. De inwoners zien het verslag liefst zoo spoedig mogelijk. Zij wachten niet op het verschijnen van het steno grafisch raadsverslag, terwijl de kranten na dit verschijnen niet opnieuw hun kolommen daarvoor zullen openstellen. Men zou er slechts mee bereiken, dat de notulen tweemaal zoo dik werden. Zooals zij nu zijn, zijn ze blijkbaar goed, want er is maar zelden of nooit een aanmerking op. Zij zijn ook veel beter hanteerbaar dan een stenografisch verslag. Het invoeren van een Gemeenteblad, als door den heer Haaiman bedoeld, wil Spr. gaarne overwegen. De notulen zijn voor het behoud en overzicht der aangeboden stukken niet afdoende. De kosten van het plan zullen worden nage gaan en het mogelijke effect za! onder het oog worden gezien. De opmerking, dat het Gemeenteverslag 1928 niet fraai

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 1245