1262
20 DECEMBER 1929.
huren maar niet alleen wordt gelet op nette gezinnen en
op hen die door hun gezinsinkomsten die hoogere huur
wel kunnen betalen, maar ook op de beter gesitueerden
arbeiders (thans huurders van goedkoopere gemeentewonin
gen) aan wie gelegenheid gegeven moet worden een duur
dere woning te betrekken, omdat door die opschuiving aan
minder gesitueerden (die een hoogeren huurprijs niet kunnen
betalen) gelegenheid wordt gegeven om een behoorlijke
woning te verkrijgen voor een lageren huurprijs.
En daar bij het sluiten van een annuïteitsleening voor
het bouwen van die woningen, de aflossingen in de eerste
jaren zeer laag zijn en stijgen naar mate de rente (door
verminderde schuld) geringer wordt, daar rente en aflos
singen telken jare een gelijk bedrag vormen, waardoor een
gelijke verdeeling van lasten plaats heeft, terwijl de eerste
10 a 15 jaren de kosten van onderhoud veel geringer zijn
dan de daarop volgende jaren, zoo komt mij het fonds
voor onderhoud en herstel, waarin per jaar en per woning
een vast bedrag moet gestort worden, wel doelmatig voor,
omdat de baten van de eerste jaren tot aanvulling kunnen
dienen voor de grootere lasten van de latere jaren. Zoo
kan de gemeente volstaan, met nu huren te heffen berekend
op een sluitende exploitatie, en niet op het maken van
winst. En zoo mocht blijken, dat na het tot stand komen
van de nieuwe leening 1 Februari 1928 voor de woningen
aan den Vestkant, en na de verrekening van rente en af
lossingen van de woningen aan de Zandbergdwarsstraat,
veel winst zou worden gemaakt, dan zou zeker mijns
inziens overwogen moeten worden om de huren van deze
woningen, bewoond door minder gesitueerde arbeiders, te
verlagen.
De heer VAN VEEN verzoekt over te gaan tot het houden
van een woningtelling, om een inzicht te krijgen vooral
in het tempo, waarin de woningbouw moet geschieden. In
één maand tijds is de telling klaar.