20 DECEMBER 1929.
1265
De VOORZITTER acht dit voorstel overbodig. Er wordt
spoed betracht. Het is altijd gevaarlijk om het College
aan een bepaalden termijn te binden. Er zijn ook nog
andere dingen te doen.
De heer VAN BUITENEN heeft geen bezwaar tegen het
voorstel, als het in den vorm eener motie gegoten wordt
en de Raad daarin een wensch wil uitspreken en een uit-
noodiging aan Burgemeester en Wethouders wil richten.
Het imperatieve karakter moet aan het voorstel ontnomen
worden, omdat voor Spr. de mogelijkheid van uitvoering
niet vast staat.
De heer VAN DE VEN kan er niet mee accoord gaan,
het voorstel dusdanig te wijzigen. De zaak is reeds meer
dan een jaar hangende. Hgt wordt tijd, dat er een eind
aan komt.
De VOORZITTER merkt op, dat er in het voorstel geen
rekening gehouden wordt met den loop der omstandigheden
en met de bereidwilligheid van het College in deze. Wij
zijn nu bezig met de plannen voor den Haagweg. Deze
moeten eerst klaar. Een geleidelijke doorvoering verdient
de voorkeur, ook al omdat men rekening moet houden met
de inrichting van diensten en bedrijven.
De heer VAN DE VEN acht het woningvraagstuk van
groot belang. Daarvoor moet de dienst dan desnoods maar
worden uitgebreid.
De heer GRUIJS valt den heer Van de Ven in zijn
voorstel bij. Eigenlijk zijn 100 woningen te weinig, maar
Spr. wil er genoegen mee nemen.
De heer VAN VEEN merkt op, dat ook hij een voorstel
heeft ingediend. Spr. wil dat eerst behandeld zien.