1266
20 DECEMBER 1929.
De VOORZITTER zegt, dat het voorstel van den heer
Van Veen tot het houden van een woningtelling direct
na het voorstel van den heer Van de Ven aan de orde
zal komen. Wat dit laatste betreft, geeft Spr. ernstig in
overweging, het te wijzigen in den door Burgemeester en
Wethouders aangegeven zin, want als het in den vorm van
een bevel gekleed blijft, helpt het toch niet, want het College
zal het zonder gevolg moeten laten.
De heer VAN DE VEN vraagt, of er in 1930 gebouwd
zal worden. Zoo ja, dan wordt het voorstel gewijzigd/
De VOORZITTER antwoordt, dat het College geen plan
nen indient en credieten aanvraagt, als het niet wil gaan
bouwen/3
Den heer Van Veen kan nogmaals gewezen worden op
de indiensttreding van de woning-inspectrice en den
nieuwen directeur. De Wethouder heeft dat toch al gezegd.
De heer VAN VEEN: Wil de Wethouder de woning-
inspectrice voor dergelijk technisch werk zetten? Waarom
worden er nu 100 woningen voorgesteld? Waarom geen
50 of 300?
Volgnummer 440: Kosten van de bouwpolitie.
De heer VAN VEEN verzoekt de leiding van den diens
der bouwpolitie aan meer ervaren handen loe te vertrouwen.
Tal van nrenschen worden noodeloos bij de uitvoering van
werken gehinderd.
De heer VAN MIERLO wenscht tegen dergelijke uitlatin
gen van den heer Van Veen ten sterkste te protesteeren