126 18 JANUARI 1929. oogenblik de omzetting in een dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon niet veel meer als een naamsverandering zou beteekenen. Alleen om die reden, al de moeite en kosten te maken, die hier voor noodig zouden zijn, vindt ik over bodig, zoodat ik daarop, zoolang de werkwijze van het Burgerlijk Armbestuur daartoe geen aanleiding geeft, niet verder zal aandringen. De heer VAN DER VEN merkt het volgende op: Ik kan niet begrijpen, Mijnheer de Voorzitter, wat de heeren aan de overzijde in naamsverandering zien, of den ken zij soms, dat bij naamsverandering in korten tijd de menschen toch niet weten, dat zulks hetzelfde is. In zeer vele plaatsen draagt dit instituut toch ook nog steeds de naam-„Burgerlijk Armbestuur", zelfs nog in Zaandam, waar een voorman van de S. D. A. P., als de heer Ter Laan, burgemeester is. Verder kan ik me volkomen aansluiten bij hetgeen door den heer Kroone over deze kwestie reeds gezegd is. De heer MOLL zegt, dat de kwestie van de omzetting van het Burgerlijk Armbestuur in een dienst voor Maat schappelijk Hulpbetoon hier al meermalen is besproken. Spr. sluit zich in deze aan bij de beide vorige sprekers. De enkele diensten voor Maatschappelijk Hulpbetoon; welke in ons land voorkomen, stammen uit den crisistijd. Spr. dacht vroeger, dat een zoodanige omzetting slechts op een naams verandering neerkwam, maar uit de rede van den heer Cohen is nu wel zonneklaar gebleken, dat deze het par ticulier initiatief wil opdoeken. Spr. is van meening, dat de gemeente zich van armenzorg moet onthouden; voor dat liefdewerk heeft men hier ter stede genoeg vereenigingen, die dat beter kunnen dan de gemeente en aan wie alle hulde voor haar arbeid toekomt. De partij van den heer Cohen is in het Burgerlijk Armbestuur vertegenwoordigd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 126