20 DECEMBER 1929.
1275
De heer HAALMAN merkt op, dat men te weten kan
komen, of er behoefte is aan een openbare school. Men
kan hiervoor evengoed als voor een bijzondere school hand-
teekeningen van ouders verzamelen.
De VOORZITTER geeft als zijn meening, dat er vermoe
delijk geen behoefte aan een nieuwe openbare school is;
de bestaande openbare scholen zijn in verhouding niet te
zwaar belast, daargelaten de vraag, of in het algemeen de
klassen ingevolge de wetgeving niet te groot zijn.
De paragraaf wordt hierna goedgekeurd en
vastgesteld.
7. Bijzonder Gewoon Lager Onderwijs.
Volgnummer 592Vergoeding van de kosten van
instandhouding van bijzondere scholen
(art. 101 L. O. wet 1920).
De heer HAALMAN merkt op, dat deze post gestegen is
van f 37.000 in 1928 tot f 60.000 op deze begrooting. Dit
vindt zijn reden voornamelijk hierin,dat dooide ontvolking
der openbare scholen de kosten per leerling daarvan stijgen.
Spr. zal de gevolgen van de ophanden zijnde wijziging van
art. 101 der L. O. wet afwachten.
De paragraaf wordt hierna goedgekeurd en
vastgesteld.
12. Lager Onderwijs.
Volgnummer 632: Kosten van schoolfeestjes en -reisjes.
De heer VAN VEEN merkt op, dat het vorig jaar op dit