1278
20 DECEMBER 1929.
Democraten hetzelfde is, als het vorig jaar. De steunrege
ling is niet goed en niet rechtvaardig. Men stuurt de ge-
organiseerden naar het Burgerlijk Armbestuur; daar behooren
ze niet thuis.
Ook zijn de uitkeeringen te laag. De laatste verhooging
is geweest van 80 op 90 van de uitkeering uit de kassen.
Dit moet 100 worden en het maximum moet gebracht
worden van f 18,op f 20,
Spr. dient daartoe een voorstel in.
De heer VAN BUITENEN merkt op, dat zonder nadere
gegevens niet te zeggen valt, of de uitkeeringen te laag
zijn. Zij zijn gemiddeld even hoog als die van de werk
lozenkassen er is een kindertoeslag aan verbonden van
50 cent per kind beneden de 16 jaar. Spr. ziet geen reden
om tot verhooging over te gaan.
De heer MEIJV1S zegt, dat 240 tot 163 werkloozen in
7 maanden tijds naar het Burgerlijk Armbestuur gezonden
zijn. Spr. acht de uitkeering te laag en handhaaft daarom
zijn voorstel.
De heer VAN BUITENENDe werkloozen krijgen wel
de uitkeering van het Burgerlijk Armbestuur, maar door
bemiddeling van hun vakvereeniging.
De heer VAN VEEN vraagt, of de Wethouder concrete
voorbeelden kan geven, hoeveel een uitgetrokken werklooze
ontvangt.
De heer VAN BUITENEN antwoordt, dat de uitkeering
gebaseerd wordt op de uitkeering van de werkloozenkassen.
De werklooze krijgt 90 daarvan, plus een kindertoeslag.
Gezinsinkomsten worden voor de helft in mindering ge
bracht van het uit te keeren steunbedrag.