20 DECEMBER 1929.
1283
tot subsidieering voor dat doel van een vereeniging gezien.
Doch het College wil het steunen in dien vorm, dat er drie
groepen van werkloozen worden gevormd:
Groep I: Zij, die minder dan 14 dagen werkloos zijn,
kostwinners f 2,50
kostgangers f 1,—
Groep II: Zij, die tusschen 2 en 6 weken werkloos zijn,
kostwinners f 4,
In deze groep zijn geen kostgangers.
Groep III: Zij, die langer dan 6 weken werkloos zijn,
kostwinners f 6,—
kostgangers f 2,50
Onder werkloozen worden hier alleen verstaan, zij, die uit-
keering uit een werkloozenkas ontvangen en die onder de
steunregeling vallen.
Voor de anderen zorgt het Burgerlijk Armbestuur met
een Kerstgave.
De kosten van de door Burgemeester en Wethouders
voorgestelde regeling worden op f 1000,— begroot.
De heer VAN VEEN wil deze Kerstgave ook uitbreiden
tot de ongeorganiseerde werkloozen.
De heer VAN BUITENEN merkt op, dat zulks niet zou
zijn uit te voeren. Over de niet-verzekerden heeft de ge
meente geen controle. Er is ook geen contact met hen.
Door het Burgerlijk Armbestuur wordt zoonoodig voor deze
menschen gezorgd. Houdt men beide groepen niet geschei
den, dan krijgt men het gevaar van dubbele Kerstgave aan
denzelfden persoon.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt alsnu zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.