18 JANUARI 1929
129
et Burgerlijk
heeft de
goed ge-
dienst voor
geno-
n, welke de
Armbestuur
en zijn. In
nog vóór
dat het
En zou hij
voor een
zijn fractie?
>estuur met
een meer
is van hen
taak van
te
en aan den
s zij daarin
ibeuren met
uisden. De
voor beter
te
voering van
daar-
a den heer
Armbestuur
De notulen
Wethouders
democraten
,s uitgegaan.
Spr. heeft altijd het standpunt ingenomen, dat het parti
culier initiatief ten deze moet voorgaan, ook ten aanzien
van woningbouw. Hij verdedigt hier dan ook thans weder
het Katholiek standpunt: n.l. het particulier liefdewerk, dat
alleen geeft en niets daarvoor terug verlangt, in tegenstelling
met het socialistisch standpunt van den heer Cohen, dat
alles door de Overheid wil laten verstrekken, waarbij dan
hel voorgeschoten geld met stukjes en beetjes moet worden
terugbetaald. De heer Cohen imirrrs zegt: „Leg dan
maar wat op de huur."
De heer COHEN protesteert daartegen; hij heeft dit niet
gezegd.
De heer MOLL: u wilt toch een bedrag op de huur
leggen ten einde de bewoners in staat te stellen beddegoed
en huisraad op afbetaling te krijgen. Ik vind hen dan
beklagenswaardige schepsels.
De heer COHEN kan niet weten, wat de heer Moll
indertijd in het College verdedigd heeft; deze had dat toen
in den Raad moeten zeggen. Spr. vindt particulier liefde
werk heel mooi, maar hij wil de behoeftigen niet daarvan
afhankelijk stellen.
De heer VAN BUITENEN heeft niet ontkend, dat vóór
eenigr iaren geen verbetering in samenstelling en werkwijze
van h Burgerlijk Armbestuur gewenscht was. Sedert Spr.
hier zit heeft hij er altijd gaarne toe medegewerkt om die
verbetering te brengen. Spr. heeft er alleen op gewezen,
dat het van den heer Cohen wat onbescheiden was om
al hetgeen op dit gebied verkregen is, voor zich alleen op
te eischen.
De begrooting van het Burgerlijk Armbestuur