18, JANUARI 1929. 131 „len en den uitslag van dat onderzoek aan de belasting betalende burgerij onomwonden mededeelen. Een Augias stal, is met talmen en treuzelen niet schoon te maken." Met deze woorden ben ik het eens en ik herhaal thans de woorden, die ik in de raadsvergadering van 7 November 1927 gesproken heb, n.l. dat er onzerzijds niet de minste aanleiding bestaat tot verdenking van den Directeur, maar dat wij een ernstig onderzoek wenschen, opdat openlijk bliike, dat den Directeur geen blaam treft. Vervolgens stel ik voor, den gasprijs piet 1 cent per M*. te verlagen De heer HAALMAN ziet zich tot zijn spijt genoodzaakt den heer Van Houten op te merken, dat deze iets doet, wat in den Raad niet gebruikelijk is, n.l. een voorstel in dienen, dat eenige dagen geleden al door een ander lid is aangekondigd. De heer VAN HOUTEN verklaart terstond zijn voorstel, tot verlaging van den gasprijs, in te trekk n en het des betreffend voorstel van den beer Haal .ian te zullen steunen. De heer HAALMAN zal niet terugkomen op het debat van de vorige dagen, alleen wil hij zijn conclusie nog eens herhalen, n.l. dat hij niet inziet, waarom de winst nu ineens moet worden opgedreven tot f 150,000,Spr. is het met den heer Van Houten eens, dat het gasverbruik door verlaging van den prijs zal toenemen. Hij is derhalve niet bevreesd, dat het winstcijfer zooveel lager zal worden en handhaaft dan ook zijn voorstel. De kwestie van den cokesverkoop is door Spr. hier al vroeger uitvoerig besproken. Spr. wil er alleen dit van zeggen, dat het hem genoegen doet, dat het vraagstuk van den cokesverkoop thans is gesteld in handen van de Gas- commissie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 131