«at»
18 JANUARI 1929.
139
«M»
terwijl een voorstel tot het instellen van een onderzoek
daarnaar op 7 November 1927 is verworpen. Een dergelijk
voorstel heeft nu nog minder kans van slagen dan toen,
daar de heer Van Veen, die toenmaals tot de voorstanders
behoorde, thans een krachtig tegenstander daarvan is. Men
heeft zich destijds tot de Justitie gewend om inlichtingen
er was geen reden om maatregelen te nemen. Hoewel zoo
danige informatie uiteraard niet elke mogelijkheid van
corruptie in het verleden uitsluit, gaf het toch zeker geen
aanleiding tot het maken van veronderstellingen of instellen
van een nader onderzoek. Men zou in elk geval ook naar
andere directies een onderzoek moeten instellen. Spr. hoopt,
dat die zaak nu voor goed uit de wereld is. Er is nadien
niets aan het licht gekomen, dat het instellen van een
onderzoek rechtvaardigt.
De heer VAN HOUTEN: U heeft in de vergadering van
7 November 1927 aangekondigd, dat de Raad die zaak
gerust op haar beloop kon laten totdat Burgemeester en
Wethouders te bevoegder plaatse inlichtingen zouden hebben
ingewonnen. Waarom hebben zij tot nu toe gewacht met
die inlichtingen aan den Raad mede te deelen?
De VOORZITTER: Er was niet de minste reden voor;
een voorstel tot het instellen van een onderzoek was door
den Raad verworpen.
De algemeene beschouwingen over deze be
grooting worden daarop gesloten, waarop wordt
overgegaan tot de ar.ikelsgewijze behandeling.
Artikel 1.
De heer HAALMAN stelt voor, dezen post met f 50.000
te verminderen in verband met gasprijsveriaging.