18 JANUARI 1929. 141 Tegen: de heeren Broos, Brantjes, Van Buitenen, Van Groenendael, Moll, Van Veen, Van de Ven, Kuijlaars, Kroone, Elich, Van der Ven, Van Mierlo, Loonen, Cerutti, Schrauwen, Van Oos terum en Esbach. Voor: de heeren Cohen, Van Houten, Van Bedaf, G r u ij s, Haaiman en M e ij v i s. De heer R i p p e n was bij deze stemming niet tegen woordig. De begrooting van het Gasbedrijf wordt alsnu zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. WATERLEIDING. De heer VAN VEEN licht toe, waarom hij 'kennisname van de analyse van het drinkwater van zóó groot belang acht. We hadden tot dusver zeer zacht water van minder dan 2 graden hardheid, terwijl volgens het Rapport van h.et Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening om technische redenen naar een hardheid van 6 graden zal worden ge streefd, zonder dat in dat rapport wordt gezegd of en in hoeverre dit uit een hygiënisch oogpunt gewenscht is. Spr. wijst er op, dat bij het struma-vraagstuk door de medici aan de hardheid van het water een belangrijke rol wordt toebedeeld en licht met voorbeelden toe het veelvuldig voorkomen van struma-gevallen in de (kalkrijke) Jura- gebieden. Hij beveelt dan ook het vraagstuk der hardheid van ons drinkwater aan in de nadere aandacht van Burgemeester en Wethouders, daar hierover in dit opzicht niet door het Rijksbureau in zijn rapport wordt gesproken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 141