154
18 JANUARI 1929.
Hiermee kan Spr. zich niet vereenigen. Afgezien van
de vraag, of onze gemeente daarop wel een uitsluitend
recht heeft en of. de kringgemeenten daarin niet behooren
te deelen, wijst Spr. erop, dat de opbrengst aan rechten
voor het keuren van geslachte dieren op f 40,000,is
geraamd en het keurloon derhalve met niet minder dan
25 zou kunnen worden verlaagd als de gemeente Breda
op de genoemde f 10,000,- geen beslag wilde leggen.
Het is volkomen onjuist wat Burgemeester en Wethouders
in hun Memorie van Antwoord beweren, dat de gemeente
Breda die f 10,000,zou noodig hebben om geen risico
van een tekort te beloopen, immers zij heeft zich een
reservefonds gevormd van ru;m f 50,000,en het is vol
gens Spr. wel zeer de vraag, of onze gemeente ook hierop
een uitsluitend recht kan doen gelden.
De VOORZITTER is van meening, dat het niet juist zou
zijn om vóórdat het Openbaar Slachthuis er is, het bestaande
systeem te gaan herzien. Men kan zulks beter later doen
in overleg met de te vormen commissie van bijstand, waar
door het contact met den Raad zal worden bevorderd.
Vroeger .stond op de begrooting een memoriepost voor
winst, doch toen er telkens een overschot van f 10,000,—
bleek te zijn, heeft men dit bedrag ervoor uitgetrokken.
Men heeft nooit bezwaar gemaakt tegen een overschot, dat,
te gebruiken voor het abattoir, weer ten goede zal komen
aan de gebruikers van den dienst. Wat den post van f 3000,
betreft; het is reeds jaren onjuist gevonden, de administratie
gratis te voeren, ook in verband met de regeling in de
districtsgemeenten. Burgemeester en Wethouders meenen
dan ook goed te doen met den Raad voor te stellen, den
post te handhaven.
Zonder verdere bedenkingen wordt de be
grooting voor den Vleeschkeuringsdienst daarop
goedgekeurd.