162
18 JANUARI 1929.
wijze wordt overtreden. Ik wil in de allereerste plaats een
woord van hulde brengen aan het politiecorps voor haar
werk ten aanzien der Arbeidswet in het jaar 1927 verricht,
blijkens het verslag der gemeente over bedoeld jaar. Hieruit
blijkt, dat in dat jaar niet minder dan 350 inspecties zijn
gehouden, welke hebben geleid tot 60 processen-verbaal
voor overtreding der Arbeidswet. Toch zag ik gaarne, dat
ten aanzien der bakkerijen, een scherper toezicht werd ge
houden, omdat in nagenoeg alle bakkerijen die wet wordt
overtreden. Een zeer ernstig feit kwam mij dezer dagen ter
oore, n.l. dat in een der bakkerijen op 24 December 1928
onafgebroken 27 uur werd gewerkt, op 31 December d.a.v.
werd in dezelfde bakkerij door het personeel 29 uur onaf
gebroken gewerkt. Dit is maar een voorbeeld. Maar voor
mij is het een vaststaand feit, dat in nagenoeg alle bakkerijen
regelmatig de Arbeidswet wordt overtreden. Wat den voor
verkoop van brood betreft, wenschte ik eveneens een
scherper toezicht; ook dit verbod wordt zeer dikwijls over
treden. Ik spreek dan ook den wensch uit, dat ten deze
meer dan tot nog toe zal worden opgetreden.
De heer VAN BEDAF zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Er is geklaagd over te veel eenzijdige censuur (gaande
in de richting van het afscheuren der V.A.R.A.-biljetten).
Beteekent het constateeren van Burgemeester en Wethouders
een erkenning van deze eenzijdige censuur? Dan mag
ik zeker aannemen, dat in de toekomst de censuur in deze
minder, in andere richting strenger zal worden toegepast?
De VOORZITTER antwoordt, dat ieder agent vrij is om
in de posthuizen te lezen wat hij verkiest, mits hij zijn
lectuur zorgvuldig opbergt. Deze restrictie wordt gemaakt
om het laten slingeren en het met opzet ter lezing leggen
van minder gewenschte lectuur te voorkomen. De heeren