21 JANUARI 1929.
169
De VOORZITTER zegt, dat er drie punten zijn, alwaar
regelmatig verkeers-agenten zijn geplaatst; het is moeilijk
om ze op een vaste plaats op te stellen. Dit gaat wel op
het Van Coothplein, alwaar een vluchtheuveltje wordt ge
maakt. Wat betreft het aanbrengen van verwarmingsroosters,
gelooft Spr. niet, dat deze voldoen. Evenals elders zou
hier wel een proef zijn te nemen. Spr. geeft overigens in
overweging om het aan het beleid van den Burgemeester
over te laten in hoever het mogelijk is iets in het belang
van die menschen te doen.
De post wordt hierop goedgekeurd.
Volgnummer 76. Kosten van de Burgerwacht.
De heer RIPPEN merkt op, naar aanleiding van het
voorstel van enkele leden om de f 590,subsidie voor de
Burgerwacht van de begrooting te schrappen, dat Breda
geen plaats is om aan dergelijke dingen te doen en uit de
publieke kas daarvoor subsidie te geven. In Bergen-op-Zoom
wordt ook geen subsidie meer gegeven. Spr. acht het niet
de manier om op een dergelijke wijze tegen de S. D. A. P.
op te treden. Want daar gaat het uitsluitend tegen. De
burgerwachten zijn indertijd opgericht speciaal en alleen
tegen de S. D. A. P. En als zoodanig krijgt deze post
een voor Spr. en zijn partijgenooten bijzonder hatelijk
karakter.
De Voorzitter heeft onlangs op een feestvergadering hier
ter stede op geestige wijze den heer Troelstra gehekeld,
die half lam en ziek te bed ligt
De VOORZITTER: Volkomen onjuist. Wat is door mij
dan gezegd Noem feiten.
De heer RIPPENHet verslag heeft in de courant gestaan.