172 21 JANUARI 192Ö. woorden „in alle kringen" niet zonder opzet in de Memorie van Antwoord zijn vermeld. We hebben hier te lande algemeen kiesrecht met een parlementairen regeeringsvorm. Wenscht men in de samen stelling der regeering verandering te brengen, dan kan men zijn doel langs vreedzamen weg bereiken. Het is dus ver klaarbaar, dat men zich tegenover daden van geweld wenscht te verzetten, wanneer een minderheid op andere dan parle mentaire wijze de regeering in handen tracht te krijgen. Nu doet het er niet toe, of die minderheid bestaat uit Fas cisten, S.D.A.P.'ers of een andere politieke partij. Het is opmerkelijk, dat de viering van het 10-jarig bestaan der Burgerwachten in Nederland en de daarbij gehouden redevoeringen in het najaar bijzondere belangstelling hebben gewekt bij de tegenstanders. Maar dat bewijst juist het nut van die instelling. Gewoonlijk wordt door de S.D.A.P., wanneer het geldt het toestaan van een zeker bedrag voor de instandhouding van dit instituut, gezwegen en bepaalt men zich alleen tot het stemmen tegen den voorgestelden post. Nu is dit anders. En de actie, tegen de Burgerwachten gevoerd, is blijkbaar ook tot hier doorgedrongen. Die actie is ingezet in de Tweede Kamer door den heer Van Zadelhof, die beweerde, dat de Burgerwachten gericht waren tegen de opkomende arbeidersbeweging. Uit het Kamerverslag blijkt o. a., dat de heer Duijmaer van Twist bij de debatten er op gewezen heeft, dat de Burgerwachten voor een overgroot deel bestaan uit arbeiders. Juist de arbeiders gevoelen het meest behoefte om zich tegen elk revolutionnair geweld te verzetten. Die hebben daarbij het meest te verliezen, omdat een revolutie in den regel gepaard gaat met vernietiging van industrie en verbranding van fabrieken. Daardoor ontstaat werkloosheid, hetgeen voor den arbeider slechts noodlottig kan zijn. Voor de kapitalisten is een revolutie nog niet het ergste, die kunnen zich in veilig heid stellen en zoo noodig over de grenzen gaan. De Bur gerwacht is dus bij uitstek een democratisch instituut, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 172