21 JANUARI 1929. 177 de kosten van aanleg in de stichtingskosten der woningen zijn opgenomen. Weliswaar is door de gemeente met de N.V. Volkshuisvesting een ruiling aangegaan, maar dit doet aan de waarde mijner volgende beschouwing niet af. De rente en aflossing van de kosten van aanleg dier straten drukken op de huren der woningende bewoners betalen dus als bij exceptie een straatbelasting. Zij ver vullen echter geen andere rol dan andere woonstraten binnen onze gemeente. Het komt mij voor, dat het overweging verdient, dat de gemeente deze straten overneemt tegen betaiing der daarop thans rustende schuld en wel om de volgende redenen 1. de huren der woningen zullen kunnen worden ver laagd, aangezien de vereenigingen, resp. het gemeentelijk woningbedrijf, die schuld ineens zullen kunn n aflossen; 2. de gemeente verkrijgt de volle zeggenschap over die straten 3. er zal een gelijkheid voor alle inwoners worden in het leven geroepen; m' ,ht te eniger tijd wat ik echter noch hoop, noch wensch tot heffing eener straatbelas ting worden overgegaan, dan is dit laatste ongetwijfeld een bijzonder vooideel. Ook verdient het m. i. om dezelfde reden ernstige over weging, dat het raadsbesluit tot het bouwen van 70 woningen nabij de Dijklaan in zooverre vrr 't h. zien, dat de kosten van bestrating en rioleering niet ten la der oningexploi- tatie komen, zoolat de hurei kunnen mini verlaagd. Gaarne zag ik dit denkbeeld 'Oor B 'gemeester en Wet houders overgenomen, althans zou het mij zeer aangenaam zijn, indien zij w ilden mededeelen, welke de geldelijke ge volgen voor de gemeente zouden zijn. Juist door de onbekendheid met die geldelijke gevolgen zal ik mij natuuilijk van een voorstel ontho<' en. De heer ESBACH acht d-^ zienswijze van den heer Van V no ndien op dat denkbeeld werd ingegaan,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 177