21 JANUARI 1929. 185 punt gevraagd zou kunnen worden, of een andere oplossing niet beter zou kunnen zijn. Daardoor zouden mogelijke fouten voorkomen kunnen worden. De VOORZITTER meent, dat daar de Bouwcommissie voor is. Overigens is het niet de vraag, wat. er tegen is, maar wel wat er voor is. De heer KUIJLAARS wijst op den nog steeds voortdu- renden onhygiënischen toestand van de sloot achter het St. Ignatius-ziekenhuis. Reeds vroeger is gezegd, dat er een oplossing zou worden gevonden door het riool te doen aansluiten aan de rioleering van de Teteringenstraat. Uit het antwoord van Burgemeester en Wethouders is Spr. echter niet veel wijzer geworden. Verder vraagt Spr. hoe het staat met de verbetering van verschillende landwegen. Wel zeggen Burgemeester en Wethouders, dat deze verbe tering hun volle aandacht heeft, doch Spr. vraagt, of Bur gemeester en Wethouders ook voornemens zijn die verbetering uit te voeren. Met wat koolasch zou n en al geholpen zijn. De heer VAN VEEN wijst erop, dat, na aandrang van zijn partijgenoot, den heer Zijlmans, en van hemzelf, Burgemeester en Wethouders reeds sec.ert eenige jaren een plan tot beplanting van de singels heb oen toegezegd, maar daarmee niet voor den dag zijn gekomen. Hij hoopt, dat Burgemeester en Wethouders aan hun thans herhaalde toezegging zullen voldoen. Spr. vraagt zich b.v. af: zal men de boomen weer in dezelfde rije i en weer even dicht op elkaar plaatsen als thans en weer van die leelijke bezems kweeken, die eigenlijk geen boomen zijn Zal men de singels ineens van de oude boomen ontblooten of zal men dit vaksgewijze doen? Dq zaak is immers zoo bij uitstek waard om bekeken te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 185