194 21 JANUARI 1929. Breda behoort en de bewoners belastingbetalers van Breda zijn geworden. Die grondrente toch heeft de duidelijke omschreven be stemming om te dienen voor onderhoud van bestrating en rioleering, wat de gemeente overal elders uit de belastingen betaalt. De bewoners der Baronielaan echier betalen bij exceptie nog eens een straatbelasting en dit is sedert de annexatie niet recht, althans geenszins te billijken. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders die zaak wel degelijk onder de oogen hebben gezien. Het zou echter onjuist zijn, om die renten prijs te geven; dat zou een schenking zijn aan de tegenwoordige eigenaren, waaromtrent men zich wel eens serieus heeft te bedenken. Verder merkt Spr. op, dat de rente al geamortiseerd is in den grondprijs. De heer VAN VEEN wijst er op, dat die zienswijze vóór de annexatie juist genoemd kon worden, doch na de an nexatie niet meer. Die menschen hebben dezelfde rechten als de overige inwoners. Doch wat doet de gemeente? Ze heft belasting van de bewoners en grondrente tegelijk. De VOORZITTER zegt, dat de grondrenten zijn van civielrechterlijken aard; ze zijn in den koopprijs, verwerkt. Voor opheffing daarvan zou alleen aanleiding zijn, wanneer daarvoor een bijzondere reden bestond. Het zou een cadeau zijn aan de belanghebbende eigenaren. De heer VAN VEEN betoogt, dat het een openbare weg is en acht het onbillijk, dat de menschen dubbel betalen. De post wordt hierop goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 194