22 16 JANUARI 1929. van advies zijn Burgemeester en Wethouders betere plannbn voorgelegd, o. a. tot ophooging van den Belcrumpolder. Spr. kan zich wel met dit voorstel vereenigen, maar hij dringt er op aan, spoedig met betere en grootere plannen tot productieve werkverschaffing te komen en wijst in dit Verband op hetgeen in Tilburg en in Middelburg op dat gebied is gedaan. Hij staat nog altijd op het standpunt: zoo min mogelijk steunverleening in den vorm van gelde lijke uitkeeringen, maar veel productieve werkverschaffing. De heer VAN BUITENEN antwoordt den heer Ku ij la ars, dat er inderdaad ook nog eenig spitwerk te verrichten valt, n.l. een klein stukje bouwland; hoeveel H.A. het is, kan Spr. op het oogenblik niet zeggen; de leden hebben het in de stukken kunnen vinden. Tegenover het betoog van den heer Me ij vis, merkt Spr. op, dat het moeilijk is een goede werkverschaffing in het leven te roepen, juist doordat er hier gelukkig zoo weinig werkloozen zijn. In Middelburg heeft men een groot aantal permanente werkloozen. Een zoo grootsch opgezette werk verschaffing als daar bestaat, zou hier geen zin hebben het werk zou telkens stil liggen. De heer VAN MIERLO zegt, dat men het niet moet doen voorkomen alsof er nu niets meer voor de werkloozen zal worden gedaan. In de bestekken wordt nog altijd de be paling opgenomen, dat de aannemer verplicht is een zeker percentage Bredasche werkloozen in dienst te nemen, en de straat- en rioleeringswerken aan de Dijklaan en aan den Lovensdijk zijn, hoewel men ze beter had kunnen aanbe steden, juist in eigen beheer uitgevoerd om de werkgelegen heid te verruimen. De heer KUIJLAARS verklaart, na de toelichting van den betrokken Wethouder gaarne zijn stem aan het voorstel te zullen geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 22