246 .31 JANUARI 1929. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot on- derhandsche verhuring van een perceel bouwland, gelegen aan de Loopschans, kadastraal bekend Sectie D no. 225, groot 2 H.A., 13 A. en 80 c.A., aan de vereeniging „Bre- dasche Volkstuintjes", tegen een huursom van f 100,per jaar. De heer KUIJLAARS is overtuigd van het goede doel dat door de vereeniging wordt nagestreefd. Spr. is dan ook tevreden met de gestelde voorwaarden, maar de manier waarop deze overeenkomst is tot stand gekomen kan hem niet bevredigen. Spr. had verwacht, dat aan deze verhuring meer bekendheid zou worden gegeven. Hierdoor zouden z.i. zich meer gegadigden hebben aangemeld, waardoor een hoogere huuropbrengst verzekerd zou zijn geweest. De vorige huurder betaa'de f85,pacht per jaar, de Bredasche Volkstuintjes f 100,per jaar, zoodat dit slechts het geringe verschil van f 15,— geeft. Volgens Spr. had men den vorigen huurder, den heer Meeuwesen, van een en ander in kennis moeten stellen, wijl die thans gedupeerd is. Bij meerdere publiciteit had naar Spr.'s meening, men meer dan f 100,huur voor dit groote perceel bouwland verkregen. De heer VAN M1ERLO wijst op punt 2 der voorwaarden tot verhuring. De bedoeling van die bepaling is natuurlijk dat geen schriftelijke toestemming noodig is tot verhuring aan de leden der vereeniging. In plaats van het woord „derden" in punt 2, zal daarom worden vermeld: „anderen dan leden der vereeniging". Voorts vraagt Spr. machtiging van den Raad, om in punt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 246