24 16 JANUARI 192Ö. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver laging van den electriciteitsprijs, luidende als volgt: „Bij raadsbesluit van 30 November 1927 werd besloten „het electriciteitstarief voor gewone verlichting met 5 cent „per K.W.U. te verlagen, waardoor dit tarief werd gebracht „op 30 cent per K.W.U. „Daarbij werden tevens vastgesteld de navolgende kor tingen per maand: „boven 100 tot 200 K.W.U. 3 cent „van 200 tot 400 K.W.U. 5 cent „van 400 tot 600 K.W.U. 8 cent „boven 600 K.W.U. 10 cent „De gunstige resultaten van het betrokken bedrijf geven „ons aanleiding wederom voor te stellen om den stroom- „prijs voor licht te verlagen en wel met 3 cent per K.W.U., „waardoor de stroomprijs voor Breda van 30 op 27 cent, „per K.W.U. gebracht wordt (zie gedrukte raadsnotulen bldz. „945 e.v. van 1927). „De hiervoor vermelde kortingen welke op het tarief „verleend worden bij een verbruik boven 100 K.W.U. per „aansluiting en per maand, wenschen wij te bestendigen. „Naast dit algemeen lichttarief blijft gehandhaafd de bij „Uw besluit van 29 Juni 1928 vastgestelde prijsregeling voor „kleinkrachlverbruik, reclame- en etalageverlichting, alsmede „het stroomverbruik buiten de speruren (zie gedrukte raads notulen 1928, bldz. 711 e.v.). „Zooals U gebleken zal zijn, is bij het opmaken van de „begrooting voor het dienstjaar 1929 met deze tariefsver laging rekening gehouden. De geraamde financieele uit komsten zijn derhalve gebaseerd op de invoering van de „voorgestelde verlaging.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 24