14 FEBRUARI 1929. 287 De heeren Me ij vis, Van Houten, Gruijs, Van Bedaf, Rippen en Cohen wenschen aanteekening in de notulen, dat zij tegen dit voorstel zijn. 9. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het adres van H. Rooijmans, daarbij vernietiging verzoekende van het besluit van Burgemeester en Wethouders dezer gemeente, d.d. 30 October j 1., betreffende de weigering eener bouwvergunning, luidende als volgt: „Bij ons besluit van 30 October 1928, no. 1/2019 werd „den heer H. Rooijmans een bouwvergunning geweigerd „op grond van strijd met het bepaalde in art. 12bis der „Bouwverordening, verbiedende het bouwen anders dan „aan een straat of een weg, daartoe in dit artikel of nader „bij raadsbesluit aangewezen. „Tegen de motiveering van het adres, waarin de heer „Rooijmans van ons besluit beroep aanteekent bij Uwen „Raad, merken wij in de eerste plaats op, dat het minstens „genomen voor sterken twijfel vatbaar is, of door adressant „rechten kunnen worden ontleend aan de persoonlijke ver dunning, verleend aan den vorigen eigenaar der perceelen. „Dit behoeft hier echter niet nader te worden onderzocht, „omdat de vergunning zelf geheel buiten beschouwing kan „blijven, wijl het aanleggen van een straat op eigen terrein „volgens de Bouwverordening van Teteringen een ieder „vrijstond, een dergelijke vergunning dus overbodig was en „daarom elke rechtskracht mist. „Nu is het uitgesloten, dat de gemeente Breda zou zijn „gebonden door een besluit van den Teteringschen Raad, „dat zonder rechtsgevolg moet worden geacht. „Doch ook al zou de gemeente Breda dit besluit hebben „te eerbiedigen, dan volgt daaruit volstrekt nog niet, dat „nu ook de bouwvergunning moet worden verleend. Immers, „wat adressant naar voren brengt is een vergunning tot het „aanleggen van een weg; wat hij nu verzoekt is een bouw vergunning. Deze beiden staan geheel los van elkaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 287