290 14 FEBRUARI 1929. is (f 3160,en de som, waarvoor Korteweg het werk wil uitvoeren (f 2550,rond f 600,ter beschikking van de gemeentekas te stellen. Burgemeester en Wethouders nu hebben met den heer Korteweg dit denkbeeld besproken en deze heeft zich bereid verklaard f 600,in de kosten van het maken van de brug te willen bijdragen. De heer KROONE kan zich met het voorstel van Burge meester en Wethouders heel goed vereenigen, maar hij zou het College alleen willen vragen ook spoed te betrachten met het maken van een brug over den Marksingel tusschen de Godevaert Montensstraat en de Balfortstraat. De heer RIPPEN wil er ook op wijzen, dat bruggen op andere plaatsen in de stad ook noodig, ja zelfs meer noodig zijn, met name aan de z.g. Hirdesboulevard, ter hoogte van de Balfortstraat. Als ergens in de stad een brug noodig is, dan is het daar. Een groot aantal ingezetenen heeft daartoe een verzoek tot den Raad gericht; in het onderhavige geval is dat niet gebeurd; volgens 's heeren Van Mierlo's eigen woorden is dit plan alleen op aandrang van Korte weg tot stand gekomen; Spr. wil daaraan nog toevoegen: omdat deze er persoonlijk bij geïnteresseerd is. Want, waarom zijn Burgemeester en Wethouders zoo plotseling met dit voorstel uit de lucht komen vallen? Sinds verleden jaar is er bijna niets in den toestand aan den Wilhelminasingel gewij zigd; alleen zijn er daar vier landhuizen verrezen door Korteweg gebouwd. De zaak staat nu zoo, dat Korte weg bereid is, 20% van de aanlegkosten te vergoeden. Dit is voor Spr, en zijn fractiegenooten niet voldoende om zich met het voorstel te kunnen vereenigen. Indien Burge meester en Wethouders tegelijk met dit voorstel een plan tot het maken van een brug bij de Hirdesboulevard hadden ingediend, dan zouden zij er misschien nog voor te vinden zijn geweest, maar daarvan schijnt zelfs geen sprake meer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 290