28 16 JANUARI 1929. meester en Wethouders zullen de Regenten opmerkzaam maken op de notulen dezer vergadering, waaruit zij kennis kunnen nemen van het hier gesprokene. Daarop wordt besloten de opgemelde begroo ting goed te keuren. 31. Behandeling der begrootingen van inkomsten en uitgaven voor het dienstjaar 1929, met het Centraal-Rapport der afdeelingen en de Memorie van Antwoord van Burge meester en Wethouders (resp. als bijlagen Ia en b en Ila en b achter het verslag der begrootingsvergaderingen opge nomen), als: a. van het Burgerlijk Armbestuur; b. van het Gasbedrijf; c. van de Waterleiding; d. van het Electriciteitsbedrijf; e. van den Warenkeuringsdienst; van den Vleeschkeuringsdienst g- van de Veemarkt; h. van de Gezondheidscommissie; i. van de Gemeente. De VOORZITTER opent de algemeene beschouwingen. De heer GRUIJS houdt de volgende rede: Mijnheer de Voorzitter, Was er bij de behandeling van de vorige begrooting voor mij in verband met de nieuwe samenstelling van den Raad aanleiding om eenige algemeene politieke beschouwingen te houden, de reden daarvoor is dit jaar vrijwel weggevallen. Toch kan ik niet nalaten over enkele zaken, die in het af- geloopen begrootingsjaar mijn aandacht getrokken hebben en waarschijnlijk ook niet aan de aandacht van mijn mede leden ontsnapt zijn, enkele opmerkingen te maken. En dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 28