14 FEBRUARI 1929. 293 vergeleken worden. De Gemeente heeft hierbij twee geheel verschillende belangen. De heer HAALMANU maakt er zich op een goedkoope manier vanaf! De VOORZITTER wijst er den heer Cerutti op, dat de bouw van een permanente brug nog geruimen tijd moet worden uitgesteld. Het zou derhalve jammer zijn, dat, nu men op goedkoope wijze een voorloopig verbindingsmiddel kan krijgen, men niet van de gelegenheid gebruik zou maken. De heer KROONE merkt op, dat Wethouder Van Mierlo er absoluut naast is; het gaat niet alleen om het gemak, dat er voor de bewoners van den Hirdesboulevard is gelegen in het totstandkomen van een brug tusschen de Balfortstraat en Godevaert Montensstraat, maar in hoofdzaak om het gevaar, dat de tegenwoordige betonnen brug voor het verkeer oplevert. Spr. vraagt, of nu eerst het kalf ver dronken moet zijn, alvorens men den put gaat dempen. De heer RIPPEN zegt, dat de heer Van Mierlo ten onrechte heeft gesproken van een door Spr. tot het College gericht verwijt; hij heeft alleen zijn verbazing willen uit spreken over het feit, dat Burgemeester en Wethouders zoo plotseling met dit voorstel uit de lucht komen vallen, terwijl er in den toestand aan den Wilhelminasingel in de laatste jaren geen ingrijpende wijzigingen hebben plaats gehad. Ook heeft Spr. niet gesproken van een onderonsje tusschen Burgemeester en Wethouders en Kort.eweg; hij zegt zoo iets niet als hij het niet kan bewijzen. De Wethouder heeft erkent, dat de gedachte, welke tot dit voorstel heeft geleid, alleen is uitgegaan van Korte weg. Spr. stelt daartegenover het adres met de vele handteekeningen van bewoners van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 293