14 FEBRUARI 1929. 297 „f 881,33 in 1924 is omgezet in een voordeelig saldo van „f 2753,93'/,. „De R. K. Vereeniging heeft dus in 4 jaar f 2279,50 „meer ontvangen dan zij noodig had, of gemiddeld per jaar „f 570,—, terwijl dat bedrag voor de andere vereeniging „beloopt f 3635,26'/, en dus per jaar f 909, „Wij meenen, dat er geen reden bestaat om deze ver- „eenigingen in de gelegenheid te stellen batige saldo's te „vormen. Op het verleden zouden wij niet willen terug komen, doch geven in overweging te besluiten, dat over „1928 het maximum-bedrag van f 1500,dat in vorige „jaren werd verleend, worde verminderd met het bedrag „dat over de jaren 1924 tot en met 1927 gemiddeld te „veel is ontvangen. „Het subsidie voor de R. K. Vereeniging zou dienten gevolge worden f 930,en dat voor de andere vereeniging „f 600,—." De heer COHEN heeft in het prae-advies gelezen, dat Burgemeester en Wethouders voorstellen, de subsidie te verminderen; zij gronden dat op het vormen van een batig saldo door beide vereenigingen. Nu is Spr. ter oore ge komen, dat dit batig saldo is verkregen door de opbrengst eener gehouden fancy-fair en door schenking, maar niet door het ontvangen van te veel subsidie. Vervolgens wijst Spr. op het feit, dat de zuigelingensterfte de laatste jaren te Breda is toegenomen in tegenstelling met die in het Rijk en in de Provincie. Spr. zou dan ook wederom het volle bedrag der subsidie aan de beide ver eenigingen willen uitkeeren. De heer KROONE vindt, dat de redeneering van den heer Cohen niet opgaat. De toename van de zuigelingen sterfte is niet te wijten aan het feit, dat de vereenigingen niet over de noodige financiën beschikten om dit euvel te be strijden; immers, er is nog geld overgebleven. Er is dus

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 297