14 FEBRUARI 1929.
301
„branders ad f 90,- f 270,en voor 4 avondbranders
„ad f 55,f 220,samen al zoo f 490,
„Deze bedragen per brander zijn vastgelegd in een
„schrijven van de directie der gasfabriek aan de Maatschappij
„Boeimeer van 28 November 1922, No. 10233, waarmede
„die Maatschappij genoegen heeft genomen.
„Thans wenscht de Maatschappij van die betaling ont-
„heven te worden, op grond, dat het gebied, waar de
„lantaarns zijn geplaatst, door de plaals gehad hebbende
„grenswijziging op 1 Mei 1927 aan Breda is overgegaan.
„Hiertegen wenschen wij te doen opmerken, dat de uit
„de overeenkomst voortvloeiende verplichting door de grens
wijziging niet is komen te vervallen.
„Van die verplichting kan adressant alleen worden ont
geven, indien volgens artikel 10 der overeenkomst de
„wegen, waarin zich de gasbuizen en lantaarns bevinden,
„door de gemeente Breda in eigendom worden overgenomen.
„Wij hebben de eer U derhalve in overweging te geven,
„op het adres afwijzend te beschikken."
De heer KROONE heeft, evenals ieder ander raadslid,
een schrijven van de N. V. Maatschappij „Boeimeer" ont
vangen, waarin zij haar verzoek nader toelicht. Spr. is het
met die toelichting niet eens. Ook verwacht hij, dat de
Maatschappij, wanneer zij van de betaling der vergoeding
wordt ontslagen, nog minder bereid zal zijn om de wegen
aan de gemeente over te dragen. Spr. vindt het wel op
merkelijk, dat zij reeds in het begin van het jaar is over
gegaan tot het innen van de grondrente. Die grondrente
numoetz.i. zoo spoedig mogelijk verdwijnen. Spr. kan zich
dan ook wel vereenigen met het voorstel van Burgemeester
en Wethouders; wanneer adressante van de betaling der
vergoeding voor verlichting af wil, dan moet zij met het
College onderhandelingen aanknoopen over de overdracht
der straten aan de gemeente.