306
14 FEBRUARI 1929.
„82 aren, deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend
„Sectie E, no. 518.
„Wij hebben de eer U voor te stellen, ons te machtigen
„voornoemde perceelen publiek te doen verpachten, zulks
„voor den tijd van 6 jaren, ingegaan 1 Februari 1929,
„onder de hierbijgaande voorwaarden."
De heer KUIJLAARS kan zich met de voorwaarden, zoo
als deze nu gesteld zijn, volkomen vereenigen. Spr. wil
echter eenige opmerkingen maken over de openbare in
schrijving. Hij acht het wenschelijk, dat de inschrijvings
biljetten een dag te voren worden ingeleverd, dan komt
de hoedanigheid van de gegadigden beter tot haar recht.
Want, het is niet altijd gewenscht (ie perceelen aan den
hoogsten inschrijver te gunnen, in verband met de exploi
tatie van den grond.
Spr. zou echter de voorkeur geven aan verpachting bij
opbod; hij geeft in overweging zulks alsnog te doen plaats
hebben.
Wat kavel 8 betreft, vindt Spr. het beter dien niet te
verpachten, met het oog op den bouwlust van het publiek;
immers, nog onlangs is in die buurt een stuk grond ver
kocht aan Haarselhorst.
De kavels aan de Loopschans, zijn nog niet uitgepaald,
alhoewel dit in de verhuringspublicatie vermeld staat. Spr.
dringt er op aan, dit zoo spoedig mogelijk te doen, daar
eventueele gegadigden anders niet weten, naar welk stuk
zij inschrijven, hetgeen te meer van belang is daar het eene
goed, het andere slecht is.
De heer VAN M1ERLO zegt, dat de heer Ku ij laars
blijkbaar bevreesd is voor het onderling eens worden van
gegadigden. Op verzoek van den heer Ku ijl aars is de
openbare inschrijving op andere leest geschoeid dan tot
dusver; nu wil hij echter verpachting bij opbod in plaats